Inhoud

    a.

  1. Ik vond opdracht 1 makkelijk omdat het een filmpje te kijken en wat vragen invullen.
  2. Ik vond opdracht 2 makkelijk omdat het een paar vragen waren en die zijn makkelijk te beantwoorden omdat het niet een groot bedrijf is.
  3. En ik vond opdracht 7 ook makkelijk omdat het een beetje nadenken was wat ik er neer wilde zetten en het was snel gedaan.

    b.

  1. Opdracht 5 omdat ik daar een vraag niet van snap.
  2. Opdracht 3 omdat ik daarvoor heel lang moest over nadenken.
  3. Opdracht 8 omdat ik niet goed ben in reflecteren.

c.

  1. Bij opdracht 5 kan ik vragen wat er mee bedoeld wordt.
  2. Bij opdracht 3 moet ik ook vragen om hulp
  3. Bij opdracht 8 kan ik niet veel aanpassen

    d.

  1. Kk heb het meest geleerd van opdracht 1 omdat daar gaven ze veel infromatie.
  2. Ik het veel geleerd van opdracht 3 ookal duurde het lang heb ik wel veel van geleerd
  3. Verder zijn niet echt opdrachten waar je veel van leert